• zilch

Waarschijnlijk van het Amerikaanse Zilch, een achternaam voor een (fictief) insignificant persoon.

zilch

  1. niets
    • Drie uur zwoegen, en wat leverde het op? Niets, noppes, nada, zilch. 
    • Een Nederlandse minister was zelfs publiekelijk 'zeer tevreden' over dit alles. Althans, over de verklaring van zijn collega, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice, dat er niets aan de hand was. Niets, nada, nothing, zilch.  [1]