zielsblij
- ziels·blij
- intensief, samenstelling van ziel en blij met het invoegsel -s-
stellend | |
---|---|
onverbogen | zielsblij |
verbogen | zielsblije |
partitief | zielsblijs |
zielsblij
- bijzonder verheugd
- De zielsblije man kon nauwelijks uit zijn woorden komen.
- Het woord zielsblij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zielsblij" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be