ziekenoppasser
- zie·ken·op·pas·ser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenoppasser | ziekenoppassers |
verkleinwoord |
de ziekenoppasser m
- man die zieke mensen verzorgt
- Het woord 'ziekenoppasser' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.