ziekenbroeder
- zie·ken·broe·der
- samenstelling van zieke en broeder met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenbroeder | ziekenbroeders |
verkleinwoord | ziekenbroedertje | ziekenbroedertjes |
de ziekenbroeder m
- (beroep) iemand die beroepsmatig zieken verzorgt
- Het woord ziekenbroeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ziekenbroeder" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be