Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·broe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenbroeder ziekenbroeders
verkleinwoord ziekenbroedertje ziekenbroedertjes

Zelfstandig naamwoord

de ziekenbroederm

  1. (beroep) iemand die beroepsmatig zieken verzorgt
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be