zevenhonderdentwintig
0 | 7 | 2 | 0 |
zevenhonderdentwintig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: zevenhonderdentwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzevə(n)ˌhɔndərtɛnˈtwɪntəx / (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenhonderdentwintig': /ˌzøvənˌhɔndərtɛnˈtwɪntəx/
- ze·ven·hon·derd·en·twin·tig
- samenstellende samenstelling van zevenhonderd ht, en vw en twintig ht
zevenhonderdentwintig
- "720", langere vorm van zevenhonderdtwintig, zevenhonderd plus twintig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft zevenhonderdentwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot zevenhonderdentwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- zevenhonderdtwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zevenhonderdentwintig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "zevenhonderdentwintig" ht als linkerdeel
- Het woord 'zevenhonderdentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)