zevenhonderdentachtig
0 | 7 | 8 | 0 |
zevenhonderdentachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: zevenhonderdentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzevə(n)ˌhɔndərtɛnˈtɑxtəx / (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenhonderdentachtig': /ˌzøvənˌhɔndərtɛnˈtɑxtəx/
- ze·ven·hon·derd·en·tach·tig
- samenstellende samenstelling van zevenhonderd ht, en vw en tachtig ht
zevenhonderdentachtig
- "780", langere vorm van zevenhonderdtachtig, zevenhonderd plus tachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft zevenhonderdentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot zevenhonderdentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- zevenhonderdtachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zevenhonderdentachtig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "zevenhonderdentachtig" ht als linkerdeel
- Het woord 'zevenhonderdentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)