zelfgevoel
- Geluid: zelfgevoel (hulp, bestand)
- zelf·ge·voel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfgevoel | |
verkleinwoord |
het zelfgevoel o
- het respect dat men heeft voor zichzelf
- ▸ 'De media-aandacht was voor de man een sterk belonende factor: het droeg bij aan reparatie van het beschadigde zelfgevoel en wakkerde een sensatiezucht bij hem aan', aldus de rechter. De Coevordenaar moet ook 21.000 euro schadevergoedingen betalen.[2]
- ▸ Onmiskenbaar bezit de nepveteraan een zwak zelfgevoel. Dat stelt althans Wybrand op den Velde, als psychiater verbonden aan de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (BNMO) in Doorn.[3]
- Het woord zelfgevoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Man stichtte branden 'om op tv te komen'” (20-02-2014), Tubantia
- ↑ Weblink bron “De wondere wereld van de nepveteraan” (30/06 /2012), HP de Tijd