zelfdoener
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfdoener (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·doe·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfdoener | zelfdoeners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die zaken zelf aanpakt die meestal door professionals gedaan worden
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zelfdoener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.