Nederlands

 
zelfbinder
Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·bin·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfbinder zelfbinders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfbinderm

  1. (landbouw) een maaimachine die het graan tevens schoven bindt
     Naast het handmatig oogsten worden ook modernere manieren gedemonstreerd. Het zachte geruis van de zicht wordt ingeruild voor een maaimachine getrokken door paard, een zelfbinder en een combain.[1]
     Ook is er een demonstratie door een ‘zelfbinder’ met drie paarden. Je kunt gratis deze bijzondere middag bijwonen.[2]
     Het spant er in de ochtend om, maar het bestuur van de vereniging besluit om zeven uur de zeis en zelfbinder toch in te zetten.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Jeugd moet oogsten leren” (04-08-2008), Tubantia
  2.   Weblink bron “Weekend in Enschede: Mega Zara, yoga-les & authentiek graan oogsten” (12-08-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Eelco Kuiken
    “Halmen vallen op ouderwetse wijze in Staphorst” (11-08-2016), Reformatorisch Dagblad