zelfbinder
- Geluid: zelfbinder (hulp, bestand)
- zelf·bin·der
- samenstelling van zelf zn en binder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfbinder | zelfbinders |
verkleinwoord |
de zelfbinder m
- (landbouw) een maaimachine die het graan tevens schoven bindt
- ▸ Naast het handmatig oogsten worden ook modernere manieren gedemonstreerd. Het zachte geruis van de zicht wordt ingeruild voor een maaimachine getrokken door paard, een zelfbinder en een combain.[1]
- ▸ Ook is er een demonstratie door een ‘zelfbinder’ met drie paarden. Je kunt gratis deze bijzondere middag bijwonen.[2]
- ▸ Het spant er in de ochtend om, maar het bestuur van de vereniging besluit om zeven uur de zeis en zelfbinder toch in te zetten.[3]
1. een maaimachine die het graan tevens schoven bindt
- Het woord zelfbinder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Jeugd moet oogsten leren” (04-08-2008), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Weekend in Enschede: Mega Zara, yoga-les & authentiek graan oogsten” (12-08-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Eelco Kuiken“Halmen vallen op ouderwetse wijze in Staphorst” (11-08-2016), Reformatorisch Dagblad