• zelf·be·stu·rend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zelfbesturend zelfbesturender zelfbesturendst
verbogen zelfbesturende zelfbesturendere zelfbesturendste
partitief zelfbesturends zelfbesturenders -

zelfbesturend

  1. (politiek) in hoge mate voor de eigen wetgeving verantwoordelijk
    • Eind jaren dertig werd deels aan de wensen van de nationalisten voldaan en werd Birma/Myanmar een zelfbesturend protectoraat, onafhankelijk van India.[1] 
  2. (techniek), (verkeer) automatisch zijn weg vindend in het verkeer
    • Tesla gaat een zelfbesturende auto produceren.