Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeep·sop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeepsop -
verkleinwoord zeepsopje zeepsopjes

Zelfstandig naamwoord

het zeepsopo

  1. een schuimende oplossing van zeep in water
    • Ik zal even een zeepsopje maken. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be