Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeem·zoet
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zeemzoet zeemzoeter zeemzoetst
verbogen zeemzoete zeemzoetere zeemzoetste
partitief zeemzoets zeemzoeters -

Bijvoeglijk naamwoord

zeemzoet

  1. overdreven zoet, overdreven lief
    • Haar zeemzoete optreden hangt mij echt de keel uit. 

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be