zedenspreuk
- Geluid: zedenspreuk (hulp, bestand)
- ze·den·spreuk
- samenstelling van zede en spreuk met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zedenspreuk | zedenspreuken |
verkleinwoord | zedenspreukje | zedenspreukjes |
- spreuk die een vermaning bevat en wijst op de gewenstheid van goede zeden.
- Het woord zedenspreuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.