• zand·man·ne·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord zandmannetje zandmannetjes

het zandmannetjeo

  1. een wezen dat zand in de ogen van kinderen zou strooien
    • Aan de kinderen werd een verhaal verteld over het zandmannetje. 

het zandmannetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zandman