Een zandkasteel.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·kas·teel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandkasteel zandkastelen
verkleinwoord zandkasteeltje zandkasteeltjes

Zelfstandig naamwoord

het zandkasteelo

  1. een van zand gebouwd miniatuurkasteel
    • Op het strand bouwden de kinderen een zandkasteel. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be