zaagvinken
- Geluid: zaagvinken (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- zaag·vin·ken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaagvinken | |
verkleinwoord |
de zaagvinken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zaagvink
- meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Phytotomidae een voormalige familie van vogels uit de orde zangvogels. Tegenwoordig zijn de tot deze familie behorende vogels ondergebracht in de familie cotinga's. Deze vogel is te herkennen aan de afgeronde snavel met een getande snijrand. De lichaamslengte bedraagt 18 tot 19,5 cm. Hun voedsel bestaat uit bladen, knoppen, scheuten en vruchten
- [2] zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'zaagvinken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.