zaadbol
- zaad·bol
- samenstelling van zaad en bol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaadbol | zaadbollen |
verkleinwoord | zaadbolletje | zaadbolletjes |
de zaadbol m
- (plantkunde) het bolvormige deel van een plant waar zaden op bevestigd zijn
- De zaadbol van de paardenbloem waaide uiteen door de wind.
1. het bolvormige deel van een plant waar zaden op bevestigd zijn
- Het woord zaadbol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaadbol" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be