worstenbroodje
- Geluid: worstenbroodje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɔrstə(n)ˌbrocə / (4 lettergrepen); /ˈwɔrstə(n)ˌbrotjə/
- wor·sten·brood·je
- [1] worstenbrood met het achtervoegsel -je
- [2] samenstelling van worst en broodje met het invoegsel -en- [1]
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | worstenbroodje | worstenbroodjes |
het worstenbroodje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord worstenbrood
- dim. tant. (voeding) broodje waarin een worstje is gebakken
- Als er gesnoept moet worden, bestelt hij een enkele keer een worstenbroodje, (...) [2]
- Een worstenbroodje, een broodje worst en een klein worstenbrood zijn drie verschillende versnaperingen: een broodje worst is een gewoon broodje dat met een worstje of plakjes worst is belegd, een worstenbroodje is van gewoon brooddeeg waarin een worstje wordt meegebakken en een worstenbrood is van bladerdeeg, waarin een of meer worstjes worden meegebakken; een klein worstenbrood is in het spraakgebruik een saucijzenbroodje.
- Het woord worstenbroodje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "worstenbroodje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ spellingregel 8.A
- ↑ Asscher, M."Het boek der kleine voorvallen" in: Raster. Nieuwe reeks. nrs. 79 (1997) De Bezige Bij, Amsterdam; ISBN 9023413989; p. 7; geraadpleegd 2015-07-13
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be