woonvergunning
- Geluid: woonvergunning (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwonvərxʏnɪŋ / (4 lettergrepen)
- woon·ver·gun·ning
- samenstelling van wonen zn en vergunning zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woonvergunning | woonvergunningen |
verkleinwoord |
de woonvergunning v
- officiële toestemming om ergens te wonen
- Ook wil het CDA van het gemeentebestuur weten of het mogelijk is een koppeling te maken tussen de toetsing van de WOZ-waarden, de woonvergunningen én de huisnummers. [2]
- Het voorstel dat al op tafel lag om mensen een woonvergunning te geven als ze al voor 2003 in hun recreatiehuis woonachtig waren, zou nu worden ingetrokken. [3]
- "Achteraf wordt nu gesteld dat er geen woonvergunning was toen het beheerdersechtpaar er destijds woonde, maar bewoning werd gedoogd", weet de secretaris van de stichting nu. [4]
1. officiële toestemming om ergens te wonen
- Het woord woonvergunning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 31-03-11 CDA Twenterand: vragen over koppeling WOZ en woonvergunning
- ↑ Tubantia 27-01-12 'Permanent wonen in vakantiehuis wordt zaak gemeenten'
- ↑ Tubantia Peter Zandee 08-02-18 Berkelland wil geen bedrijfswoning in restaurant Het Muldershuis