witvoorhoofdkapucijnaap
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- wit·voor·hoofd·ka·pu·cijn·aap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van witvoorhoofd zn en kapucijnaap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witvoorhoofdkapucijnaap | witvoorhoofdkapucijnapen |
verkleinwoord | witvoorhoofdkapucijnaapje | witvoorhoofdkapucijnaapjes |
Zelfstandig naamwoord
de witvoorhoofdkapucijnaap m
- (primaten) Cebus albifrons primaat uit de familie van de Cebidae. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Alexander von Humboldt in 1812. De soort komt voor in Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru, west-Brazilië en Bolivia
Hyperoniemen
- slanke kapucijnapen, kapucijnapen, kapucijnapen en doodshoofdaapjes, breedneusapen, primaten, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'witvoorhoofdkapucijnaap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.