witkeelfrankolijn

Nederlands

 
Witkeelfrankolijn (Campocolinus albogularis)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wit·keel·fran·ko·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witkeelfrankolijn witkeelfrankolijnen
verkleinwoord witkeelfrankolijntje witkeelfrankolijntjes

Zelfstandig naamwoord

de witkeelfrankolijnv / m

  1. (hoendervogels) Campocolinus albogularis   een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1854 door Gustav Hartlaub  
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie