Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fran·ko·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frankolijn frankolijnen
verkleinwoord frankolijntje frankolijntjes

Zelfstandig naamwoord

de frankolijnv / m

  1. (hoendervogels) een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae)
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen