• (IPA in voorbereiding)
  • bon·te fran·ko·lijn
enkelvoud meervoud
naamwoord bonte frankolijn bonte frankolijnen
verkleinwoord bont frankolijntje bonte frankolijntjes

de bonte frankolijnv / m

  1. (hoendervogels) Francolinus pictus   een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1828 door William Jardine & Selby. De soort komt voor in India en Sri Lanka en telt drie ondersoorten