• wis·sel·scha·ke·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord wisselschakelaar wisselschakelaars
verkleinwoord wisselschakelaartje wisselschakelaartjes

de wisselschakelaarm

  1. (elektrotechniek) een schakelaar met drie contacten
    • In een wisselschakeling wordt met twee wisselschakelaars in cascade een lichtpunt op twee plaatsen bedienbaar gemaakt.