• kruis·scha·ke·laar

dekruisschakelaarm

  1. (elektrotechniek) een schakelaar met vier aansluitpunten (A1, A2 en B1, B2), die in een van de mogelijke standen kruiselings worden verbonden
    • Een hotelschakeling krijg je pas als je tussen de wisselschakeling een kruisschakelaar zet.