wisselaar
- wis·se·laar
- Naamwoord van handeling van wisselen met het achtervoegsel -aar[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wisselaar | wisselaars wisselaren |
verkleinwoord | - | - |
de wisselaar m
- apparaat waarmee men iets kan wisselen
- iemand die geld wisselt, een geldwisselaar
- briefwisselaar, cassettewisselaar, cd-wisselaar, geldwisselaar, ionenwisselaar, platenwisselaar, stroomwisselaar, verkeerswisselaar, warmtewisselaar
1.
- Het woord wisselaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wisselaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be