• wijn·bouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnbouw -
verkleinwoord - -

de wijnbouwm

  1. (oenologie) het verbouwen van druiven voor de productie van wijn
    • Behalve Zuid-Limburg ligt Nederland te noordelijk voor serieuze wijnbouw. 
     Tegen de heuvels rond Maastricht werden vijftig jaar geleden de eerste wijnranken aangelegd. Toen werd er nog met scepsis tegen wijnbouw in Nederland aangekeken. Inmiddels is het zelfs voor de Moezel- en Elzasdruiven, zoals Müller-Thurgau, Riesling en Pinot Gris, te warm geworden op het zuidelijk deel van wijngaard.[1]
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron
    Rob Koster
    “Zuid-Franse druiven groeien door klimaatverandering goed in Maastricht” (8 juli 2023), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be