Nederlands

 
wijkraad Molukse wijk
Uitspraak
Woordafbreking
  • wijk·raad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijkraad wijkraden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wijkraadm

  1. zelfstandig adviesorgaan op wijkniveau dat met name adviseert over zaken die de leefomgeving van een wijk betreffen
    • Maar dinsdagmiddag rond half vier liep er ineens een vrouw gillend over straat: "Mijn man is vermoord, mijn man is vermoord!" Volgens een overbuurvrouw ging het om de vrouw van een handelaar in zand en grond die daar zijn zaak heeft: "Het is een soort tuinbedrijf, maar ik weet niet precies wat hij doet." Volgens een verslag van een vergadering van de wijkraad gaat het om een soort growshop, waar spullen werden verkocht die gebruikt kunnen worden bij een hennepkwekerij. [2] 
    • De route was een idee van de wijkraad, waar bewoners regelmatig klagen over het gekladder met spuitbussen op de kastjes. Maak er kunstwerkjes van, luidde de gedachte. Vervolgens kwam het werk van Jo Niks in beeld, die de oude boerderijen van de marke Hasselo tekende en schilderde. Hij schreef er ook een boekje over. [3] 
    • De Wijkraad Zevenhuizen-Zuidbroek eist opheldering van de gemeente Apeldoorn. Die stelt dat bezoekers van het nieuwe winkelcentrum Anklaar prima in de buurt kunnen parkeren als de garage op piekmomenten vol zit. De wijkraad wil nu weten welke plekken de gemeente precies in gedachten heeft. "Omwonenden mogen hier niet de dupe van worden." [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen