• we·ten·schaps·lui

de wetenschapsluimv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wetenschapsman
     Verbaasd was ik, toen ik de christelijke constatering las dat deze kersttoespraak van de liberale krant 'de betrokken redacteuren te denken gaf', zozeer zelfs dat zij de tekst hadden voorgelegd aan een drietal auteurs. Teleurgesteld was ik om de onwelwillendheid van die drie wetenschapslui in de hun gevraagde reactie.[1]
  1.   Weblink bron
    Antoine Bodar
    “Madonna kan niet op tegen lijfelijk liefdesgebed” (25 februari 1995) op nrc.nl