wetenschapslui
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wetenschapslui (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwetənsxɑpsˌlœy / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- we·ten·schaps·lui
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wetenschap zn en lui zn met het invoegsel -s-
Zelfstandig naamwoord
de wetenschapslui mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wetenschapsman
- ▸ Verbaasd was ik, toen ik de christelijke constatering las dat deze kersttoespraak van de liberale krant 'de betrokken redacteuren te denken gaf', zozeer zelfs dat zij de tekst hadden voorgelegd aan een drietal auteurs. Teleurgesteld was ik om de onwelwillendheid van die drie wetenschapslui in de hun gevraagde reactie.[1]
Synoniemen
- wetenschapslieden (plechtiger)
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord wetenschapslui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Antoine Bodar“Madonna kan niet op tegen lijfelijk liefdesgebed” (25 februari 1995) op nrc.nl