wetenschapsvrouwen

  • we·ten·schaps·vrou·wen

de wetenschapsvrouwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wetenschapsvrouw
     Twee wetenschapsvrouwen, in de NL afgebeeld met opvallend veel flesjes pils, nemen het op voor de vrouw in de wetenschap, niet alleen omwille van haarzelf maar ook om de wetenschap.[1]
  1.   Weblink bron
    Susanne Piët
    “Uit de weekbladen : Vrouwen met pilsjes nemen het op voor de wetenschap” (9 juni 1977) op nrc.nl