westelijke doornrog
- (IPA in voorbereiding)
- wes·te·lij·ke doorn·rog
- verbinding van westelijke en doornrog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | westelijke doornrog | westelijke doornroggen |
verkleinwoord | westelijk doornroggetje | westelijke doornroggetjes |
de westelijke doornrog m
- (kraakbeenvissen) Trygonoptera mucosa een rog uit de familie van de doornroggen. De soort is endemisch in de Australische wateren. Hij leeft voornamelijk op lagere diepten tot de 20 meter
- doornroggen, roggen, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'westelijke doornrog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.