• wer·kings·kos·ten
enkelvoud meervoud
naamwoord (werkingskost) * werkingskosten
verkleinwoord - -

de werkingskostenmv

  1. (economie) algemene onkosten, kosten die niet direct kunnen worden toegerekend aan een bepaald product
    • De werkingskosten (ambtenaren en gebouwen) van de Europese Unie bedragen omstreeks 5 procent van de begroting van rond 100 miljard euro. [1]
  • Het enkelvoud "werkingskost" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het enkelvoud van "werkingskosten".