wereldverbeteraar
- we·reld·ver·be·te·raar
- Leenvertaling van Duits Weltverbesserer, voor het eerst aangetroffen in 1775. [1] In het Nederlands voor het eerst in het jaar 1805, zie vindplaats hieronder.
- samenstelling van wereld en verbeteraar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wereldverbeteraar | wereldverbeteraars |
verkleinwoord | - | - |
- (politiek) (spottend) iemand die de wereld drastisch op de schop wil nemen.
- Hoedt u vooral voor al te fanatieke wereldverbeteraars!!! (menigeen is als terrorist en moordenaar geëindigd)
- ▸ Bij deze idéen, welke het Nieuwe Testament, in den persoon van JESUS, nader aan de verbeeldingskragt brengt, komt nog het derde, van een wereldverbeteraar, onder eene, de Joden gewoonlijke, benaaming van eenen MESSIAS of CHRISTUS.[3]
- Het woord wereldverbeteraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Weltverbesserer in: Deutsches Wörterbuch von Jacob Grimm und Wilhelm Grimm, Bd. 28, Sp. 1714 op woerterbuchnetz.de
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ludwig Georg Bekenn“De goddelijkheid des Christendoms, in zoo verre zij begrepen kan worden, (etc.)” (1805), J. van der Heij, p. 109 op delpher.nl