welvarendheid
- wel·va·rend·heid
afleiding van welvarend met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welvarendheid | welvarendheden |
verkleinwoord |
- de mate waarin iets of iemand in voorspoed verkeert
1. de mate waarin iets of iemand in voorspoed verkeert
- Het woord 'welvarendheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.