Over zijn mythologische helden zei Couperus dat hij ze zag als 'half-goden die vermenschelijkt zijn'. Die visie spreekt ook uit een ander citaat, eentje dat alle commentaar overbodig maakt, uit de 'Griekse'roman Herakles (1913): ... alleen scheen de manlijke jeugd bewaard in het bovenmatig krachtige lichaam, in de walbreede schouders en trotsende borsten, in de heuvelzware armen en -zware dijen, in geheel die reuzengestalte, die torende tusschen allen uit, welbekend, welbemind, met den vacht en den boog en den knots.'[2]
‘Dag Welbeminde, Ik ben Gerard Durocher, geboren op 18 januari 1946. Ik lijd aan prostaatkanker, in de terminale fase. Volgens mijn arts zijn mijn dagen geteld. Ik heb geen vrouw of kinderen aan wie ik kan vererven. Daarom wil ik u op elegante wijze mijn erfenis van vijf miljoen euro nalaten.[3]