wegvaren
- weg·va·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegvaren |
voer weg (vaarde weg) * |
weggevaren |
klasse 6
zwak -d
|
volledig |
wegvaren
- (scheepvaart) onovergankelijk met een vaartuig weggaan
- Toen ik helaas jouw sterke schip zag wegvaren en ik achterbleef, voelde ik me erg ellendig. [2]
- Als verleden tijd van varen in de betekenis "voortbewegen (over water)" is vaarde in het Middelnederlands al aangetroffen, maar voer is altijd meer gangbaar geweest[3]. Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal[4] en het Groene Boekje[5] vermelden alleen voer weg, maar Onze Taal[6] geeft aan dat vaarde weg soms ook voorkomt.
- Het woord wegvaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegvaren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Marion, O. van e.a. (eds.)"Laodamia schrijft aan Protesilaus" in: Princesse Liet-boec. (uit 1605) (2007) Hendrik Barentsz, Amsterdam; p. 32; geraadpleegd 2018-08-27
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Boon, Ton den & Rudi Hendrickx(red.), Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 15e druk, 3 delen, Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2015; ISBN 9789460772221; p. 4544
- ↑ wegvaren op woordenlijst.org
- ↑ Sterke werkwoorden (8 september 2017) op website: OnzeTaal.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be