vaarde weg
- Geluid: vaarde weg (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvardə wɛx / (3 lettergrepen)
- vaar·de weg
- verbinding van vaarde en weg
vervoeging van |
---|
wegvaren |
vaarde weg
- enkelvoud verleden tijd van wegvaren
- Ik vaarde weg.
- Jij vaarde weg.
- Hij, zij, het vaarde weg.
- Hij vaarde weg tot voorbij de Noordelijke Wind, naar Hyperborea, waar hij nu slaapt, [...][1]
- Ik vaarde weg.
- voer weg (gangbare vorm)
- Als verleden tijd van varen in de betekenis "voortbewegen (over water)" is vaarde in het Middelnederlands al aangetroffen, maar voer is altijd meer gangbaar geweest[2]. Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal[3] en het Groene Boekje[4] vermelden alleen voer weg, maar Onze Taal[5] geeft aan dat vaarde weg soms ook voorkomt.
- ↑ Kinder Bijbelverhalen, Church of God Preparing for the Kingdom of God
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Boon, Ton den & Rudi Hendrickx(red.), Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 15e druk, 3 delen, Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2015; ISBN 9789460772221; p. 4544
- ↑ wegvaren op woordenlijst.org
- ↑ Sterke werkwoorden (8 september 2017) op website: OnzeTaal.nl