protest tegen weggeld
  • weg·geld
enkelvoud meervoud
naamwoord weggeld
verkleinwoord

het weggeldo

  1. geld dat men moet betalen om van een weg gebruik te mogen maken
  2. geld dat men nodig heeft om een reis te kunnen maken
53 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[3]