de deltaroute met een aantal plaatsen waar men tolgeld moet betalen
  • tol·geld
enkelvoud meervoud
naamwoord tolgeld tolgelden
verkleinwoord

het tolgeldo

  1. geld wat een gebruiker op directe wijze moet betalen om een weg, brug, tunnel of pont te mogen gebruiken
    • De Ronde van Frankrijk heeft iets met Rotterdam, al is het maar een rekening van de Benelux-tunnel N.V. van 27 juli 1973. Vandaag precies 37 jaar geleden raasde het peloton vanuit Scheveningen naar Rotterdam voor de finish van de eerste ochtendetappe bij Sportpaleis Ahoy’, waar de karavaan dezer dagen opnieuw verzamelt voor de Tourstart van 2010. „Nota over het tolgeld, verschuldigd voor de motorvoertuigen behorende tot de Tour de France, voor het passeren van de Beneluxtunnel op zondag 1 juli 1973.” Amper vijf dagen na de Tour, ontvangt het Tourcomité in Rotterdam een rekening van in totaal 437,50 gulden voor de passage van de Beneluxtunnel. „Over te maken op giro 709 svp.” [2] 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Maarten Scholten 1 juli 2010
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be