weetgierigheid
- weet·gie·rig·heid
- afleiding van weetgierig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weetgierigheid | weetgierigheden |
verkleinwoord |
de weetgierigheid v
- het verlangen naar kennis
- Het boek heeft eenzelfde opzet als ”Du holde Kunst” (1994), ook qua opzet en invalshoek. ’t Hart is een man met een fenomenaal geheugen, een ongelooflijke weetgierigheid en een ongeremde hang naar volledigheid. Een ”compulsive obsessive”, zoals ze aan de overkant van de Noordzee zo treffend zeggen. [2]
- De geschiedenis moet in een roman wel iets betekenen. En dat doet het: Isidoor is met zijn onstuitbare weetgierigheid een projectiescherm voor de wederwaardigheden van de middeleeuwen, van christelijke concilies tot semi-ketterse wetenschap. [3]
- Maar de sprankelende taal, de lichte, heldere toon en treffende poëtische beelden waarmee ze de geheimen van het dierenrijk vervolgens vormgeeft, verraden dat ze eerder door verwondering dan weetgierigheid gedreven wordt. [4]
1. het verlangen naar kennis
- Het woord weetgierigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 13-09-2006 Componeren op maat
- ↑ NRC 13-09-2006 De historische roman vereist bingelezen
- ↑ NRC Mirjam Noorduijn 21 september 2018 Haar onbevangen kinderblik is Bibi Dumon Tak nooit kwijtgeraakt