nieuwsgierigheid
- Geluid: nieuwsgierigheid (hulp, bestand)
- IPA: /niu'sxirəxɛit/
- nieuws·gie·rig·heid
- afgeleid van nieuwsgierig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwsgierigheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de nieuwsgierigheid v
- het verlangen naar kennis
- Hij had een grote nieuwsgierigheid voor informaticanieuws.
- ▸ ` Mijn excuses dat ik mijn nieuwsgierigheid niet kan bedwingen,' zei hij, 'maar zou ik u mogen vragen waar u vandaan komt?'[1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord nieuwsgierigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 11