weersomstandigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weers·om·stan·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weersomstandigheid (weersomstandigheden) *
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de weersomstandigheidv

  1. (meteorologie) toestand van atmosfeer, neerslag, wind en zonneschijn
     Op alles moest ik voorbereid zijn, vooral op elke onverwachte weersomstandigheid.[2]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Het meer gangbare meervoud "weersomstandigheden" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "weersomstandigheid".

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers