wederspoed
- Geluid: wederspoed (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwedərˌsput / (3 lettergrepen)
- we·der·spoed
- van Middelnederlands wederspoet, op te vatten als samenstelling van weder bw en spoed zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wederspoed | wederspoeden |
verkleinwoord | - | - |
de wederspoed m
- (verouderd) ernstige pech, toestand met belangrijke tegenslag
- ▸ Maar kind, moet ik u dan volop van weelde wensen,
of zachte wederspoed, die 't pad ter deugden baant?[2]
- ▸ Maar kind, moet ik u dan volop van weelde wensen,
- tegenspoed
- weerspoed (ook verouderd)
- Het woord 'wederspoed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron H.K. Poot (ed. M.A. Schenkeveld-van der Dussen)“Dichter en boer. Hubert Korneliszoon Poot, zijn leven, zijn gedichten. : Op het verjaren van juffrouw Anna Oudaen” (2009), Bert Bakker, Amsterdam, ISBN 9789035133419, p. 339 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren