wasplaats
- was·plaats
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wasplaats | wasplaatsen |
verkleinwoord |
- locatie waar je jezelf met water kan reinigen
- ▸ Zijn collega’s, die in de schemer op badslippers tussen de wasplaats en het tentenkamp pendelen, zijn al net zo opgewonden.[2]
- locatie waar kleding en ander textiel met water wordt gereinigd
- ▸ Al vijftig jaar langs wast de Ecuadoriaanse Delia Veloz (74) kleding. Ze poseert hier op een wasplaats in La Ermita, een wijk in Quito, Ecuador.[3]
- locatie waar voorwerpen met water worden gereinigd
- ▸ Nederland worden vrachtwagens uit een aantal Oost-Europese landen en Italië extra goed gereinigd en ontsmet vanwege de Afrikaanse varkenspest. Dat moet gebeuren op een erkende wasplaats.[4]
2. locatie waar kleding en ander textiel met water wordt gereinigd
- Het woord wasplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wasplaats" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Tijn Sadée“Wat we hier meemaken, kan in Nederland niet meer” (18 juni 2015) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Paula van Akkeren“Deze beroepen zullen de digitalisering niet overleven” (19 juni 2018), fotobijschrift op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Bastiaan Nagtegaal“Afrikaanse varkenspest vastgesteld in België” (14 september 2018) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be