Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wal·vis·baard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord walvisbaard walvisbaarden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de walvisbaardm

  1. het uit baleinen bestaande filter in de bek van een walvis
Vertalingen

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen