• waar·me·de
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     mede  
 persoonlijk     ermede  
aanwijz.   nabij     hiermede  
  veraf     daarmede  
  vragend/betrekk.     waarmede  

(scheidbaar)
waarmede

  1. formeel en verouderd (zie: waarmee)
  2. vragend met wat?, met welk?
    • Waarmede heeft hij dat gedaan? 
  3. betrekkelijk met wat, met hetwelk
    • Dit is de handeling waarmede de zaak afgehandeld is. 
83 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be