Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·me·de
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     mede  
 persoonlijk     ermede  
aanwijz.   nabij     hiermede  
  veraf     daarmede  
  vragend/betrekk.     waarmede  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
ermede

  1. formeel en verouderd (zie: ermee)
  2. vervangt *met het
    • De wet is ermede opgeheven. 

Gangbaarheid

31 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be