• waar·bui·ten
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     buiten  
 persoonlijk     erbuiten  
aanwijz.   nabij     hierbuiten  
  veraf     daarbuiten  
  vragend/betrekk.     waarbuiten  

(scheidbaar)
waarbuiten

  1. vervangt *buiten wat, buiten welke
    • Waarbuiten staat een boom? 
    • Waar kan je wel buiten?