• vrou·wen·ziek·te
enkelvoud meervoud
naamwoord vrouwenziekte vrouwenziekten
vrouwenziektes
verkleinwoord

de vrouwenziektev

  1. (medisch) ziekte die vooral voorkomt bij vrouwen
     "Als ik aan mensen vertelde dat ik borstkanker had, keken ze me vaak glazig aan. 'Jij? Borstkanker? Bedoel je niet botkanker? Maak je nu een grap?' hoorde ik dan. Ik merk schaamte rondom mannen met borstkanker, want het wordt als een vrouwenziekte gezien."[2]
  2. (medisch) ziekte van de vrouwelijke geslachtsorganen
     "Ik ben het platform endometriose gestart, omdat ik merkte dat er behoefte is aan informatie en dat er weinig onderzoek naar endometriose wordt gedaan en er ook niet veel over wordt gepubliceerd. Misschien omdat het een typische vrouwenziekte is - mannen kunnen het ook krijgen, maar dat is zeldzamer.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Jorieke van Noorloos
    “Ook veel mannen lijden aan borstkanker” (30 september 2018), Het Parool
  3.   Weblink bron
    DAPHNE VAN ROSSUM
    “Onvruchtbaar door typische vrouwenkwaal” (24 mei 2019), De Telegraaf