vrijwilligersleger
- vrij·wil·li·gers·le·ger
- samenstelling van vrijwilliger zn en leger zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijwilligersleger | vrijwilligerslegers |
verkleinwoord | vrijwilligerslegertje | vrijwilligerslegertjes |
het vrijwilligersleger o
- (militair) een contrarevolutionair leger in Zuid-Rusland tijdens de Russische Burgeroorlog
- ▸ In de westhoek van Vossennes rees het houten torentje van een intact gebleven blokhuis van Kappels vrijwilligersleger uit de grond op.[2]
- (militair) leger dat bestaat uit mensen die uit vrije wil willen meestrijden en geen beroepsmilitair zijn
- ▸ Polen zoekt 35.000 burgers voor vrijwilligersleger tegen Russische agressie[3]
- Het woord vrijwilligersleger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Polen zoekt 35.000 burgers voor vrijwilligersleger tegen Russische agressie” (03-06-2016), NOS